1988 ORDEN ROSACRUZ


Rota Solis

La Roue du Soleil, des ténèbres à la Lumière,
La Roue du Soleil, la naissance à l'Est,
La Maturité dans le Sud, la Mort dans l'Ouest,
La Roue du Soleil, le passage dans les ténèbres,
La Roue du Soleil, le nouveau né, le Splendor Solis.

( R.M.)

Op 6 januari 1988 werd in Spanje door twaalf geïnitieerden van allerlei Ordes de ‘Orden Rosacruz’ opgericht. De twaalf leden hebben connecties met de ‘Orde der Vrijmetselaren’ ( R.E.A.A., Rite Ecossais Ancien et Accepté, De Aloude Aangenomen Schotse Ritus ), De ‘L’Ordre Martiniste’ opgericht door de zoon van Gérard Encausse ( Papus ), Philippe Encausse, het OMT of ‘Ordre Martiniste Traditionnel’, Amorc ‘Antiquus Arcanae Ordinis Rosae Rubae Aurea Crucis’, het BOTA ( ‘Builders of the Adytum’ ) en het ORT ( ‘L’Ordre Rénové du Temple’ ). Na ondertekening van het ‘Manifiesto Fondacional de la Orden Rosacruz’ werd Angel Martin Velayos aangesteld - na verkiezing - als Voorzitter van de ‘Conseil Souverain’ met als titel van Souverein Grootmeester van deze Orde.

Op het conclaaf van 1994 werd Angel Martin Velayos met een meerderheid van stemmen verkozen tot Imperator van deze Orde. Deze titel is niet ‘ad vitam’ maar om de zeven jaar herverkiesbaar door de Raadsleden. De Orde heeft eveneens de maximum leeftijd voorzien van zeventig jaar voor de Imperator. Bij het bereiken van deze leeftijd wordt hem de eervolle titel van Imperator toegewezen en wordt er overgegaan tot verkiezing van een opvolger.

De Orde kent in totaal 33 graden die we reeds kennen vanuit de Vrijmetselarij. De Orde zelf is verdeelt in twaalf, zeven en drie graden. Naast deze 22 graden volgen er 11 supplementaire graden. De eerste twaalf graden heetten ‘camara postular’, de volgende zeven graden ‘camara filosofica’ en tot slot de drie laatste graden ‘camara capitular’. Na deze inwijdingsgraden in een Tempel te hebben ondergaan gaat de aspirant over in het ‘Consistorium’ waar er nog elf inwijdingsgraden bestaan. Deze Orde kent alleen de inwijdingen toe in een daarvoor uitgeruste Tempel. Er bestaan in tegenstelling, zoals bijvoorbeeld met Amorc, geen inwijdingsgraden per post.

De 22 graden zijn uiteraard geïnspireerd op de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Deze 22 letters zijn verdeeld in 12 dubbele consonanten, zeven enkele consonanten en drie ‘moederletters’ - Aleph ( wat staat voor Lucht ), Mem ( wat staat voor Water ) en Shin ( wat staat voor Vuur ). Deze drie moederletters vinden hun analogie in de Drie Lichten met deze en zoveel andere Ordes. De grote inspiratiebron is de Sepher Yetzirah. (1)

De Orde hecht veel belang aan het ‘Hermetische Rozenkruis’ dat we reeds kennen van bij de ‘Hermetic Order of the Golden Dawn’. Ook andere Ordes kennen een grote waarde toe aan dit symbool.

Na deze 33 inwijdingsgraden kennen zij nog enkele eretitels toe zoals ‘Constructeur du Temple’ en een geselecteerde groep ‘Chevaliers Rosecroix’. De Orde kent eveneens een Binnencirkel waarover, zoals gebruikelijk, geen informatie wordt vrijgegeven.

Deze Orde vindt haar beginselen in de principes van Christiaan Rozenkreuz, de Kabalah en de Alchemie.

De toelating tot de eerste inwijdingsgraad wordt voorafgegaan door een periode van drie maanden waarbij de aspirant enkele basisbeginselen te verwerken krijgt.

 

Ook deze Orde kent haar voorgeschiedenis. Angel Martin Velayos kwam in contact met de 90-jarige kleinzoon, die inmiddels in 1986 kwam te overlijden, van de Grootmeester van een Spaanse Orde die bestond tot 1880. Hij vertelde hem de geschiedenis van zijn grootvader die Soeverein Grootmeester was van een Loge met de naam ‘Ramon Llull’ (2)  te Barcelona. De kleinzoon heeft Angel vertelt over de symboliek van deze Orde. Angel werd nadien in contact gebracht met een ander familielid die hem een ordejuweel - een kruis - overhandigde. Het gouden kruis was bezet met vijf violetkleurige amethisten. Angel kocht de archieven van deze Orde die bestond uit oude boeken en documenten. Al deze stukken behoren tot de archieven van de Orde.

Dat het hier niet ging om een Vrijmetselaarskapittel van achttiendegraadsleden ( Souverain Prince de La Rose-Croix ) werd bevestigd door een uitspraak door de kleinzoon die Vrijmetselaar werd met de bedoeling zijn grootvader te evenaren. Toen hij ingewijd werd in de achttiende graad zei hij : "Nu ben ik, net zoals jij, een Rozekruiser" waarop de grootvader prompt antwoordde : "Toch niet, mijn broeder, jij bent Vrijmetselaar, maar ik heb het over de Rose-Croix".

Dit zelfde verhaal kennen we uit de initiatiegeschiedenis van le compte de Lapasse. (3) De initiator van de Lapasse, Prins Balbiani, heeft ook steeds met klem ontkent dat hij Vrijmetselaar was en dat de ‘Rose-Croix’ niets van doen had met de Orde der Vrijmetselaren.


(1) Zie hoofdstuk 'Historische bronnen van het esoterisme'

(2) Raimondus Lullus leefde van 1235 tot 1316 zie hoofdstuk ‘Broederschappen in de Middeleeuwen’. De naam ‘Ramon Llull’ is de catalaanse uitspraak en bijgevolg geen taalfout. Dit werd me bevestigd door Angel Martin Velayos in een schrijven van 10/06/1999

(3) Zie hoofdstuk ‘1850 Les Rosucruciens de Toulouse’

 

1